Figuur 12. Transport per olietanker; Bron: www.smecautomation.com
Op twee momenten in de aardolieketen vindt transport plaats. Eerst wordt de ruwe olie getransporteerd naar de raffinaderij. Later worden de eindproducten naar de consument gebracht, eventueel via tussenhandel.
Ruwe olie kan op diverse manieren worden vervoerd. Grote hoeveelheden worden over lange afstanden vervoerd via tankers. De grootste tankers kunnen 550.000 ton olie bevatten. In 1950 was dat nog 70.000 ton. Tankers worden zeer groot geacht vanaf 160.000 ton capaciteit. Naast de tanker wordt olie vervoerd met pijpleidingen. Over korte afstanden kan dit voordeliger zijn dan met tankers, zeker indien een rivier of zee niet in de buurt is.
Figuur 13. Transport per pijp; Bron: http://www.geo.msu.edu/geo333/oil_and_gasII.html
De olie wordt vervoerd van het olieveld naar een raffinaderij voor verwerking. Het lijkt logisch een raffinaderij in de buurt van een olieveld te plaatsen, maar sinds de jaren vijftig gebeurt dat steeds minder. Dat komt met name doordat een raffinaderij een ideale mix van ruwe olies nodig heeft voor de beste productie, waardoor olies nodig zijn van verschillende olievelden. Bij het onderdeel bewerking wordt meer aandacht geschonken aan de redenen voor dit verschijnsel.
Figuur 14. Transport per vrachtwagen; Bron: www.cruising-vanuatu.com
Het transport van eindproducten naar consumenten is complex, omdat het veel verschillende producten betreft. Benzine en diesel bijvoorbeeld, worden vaak met speciale vrachtauto's naar tankstations vervoerd. Ook vindt benzinetransport van Europa naar de VS plaats.
Door naar het onderdeel raffinage