Bij het destilleren en nabewerken van ruwe olie wordt energie verbruikt. De energie voor de destillatie zelf komt uit ruwe olie. Hoewel de destillatie slechts 1,3-2% van de ruwe olie vergt, zorgen de secundaire processen voor een verhoging van deze waarde naar 4-10%. Er wordt een mengsel van moeilijk verkoopbare koolwaterstoffen en/of reststoffen voor de energievoorziening gebruikt.
De pompen die worden gebruikt, hebben een aanzienlijk aandeel in het verbruik van energie in een raffinaderij. Voor deze pompen wordt veel van elektrische systemen gebruik gemaakt. Stoomturbines echter, zorgen voor een hogere efficiëntie dan pompen op elektriciteit. Tevens is stoom een betrouwbaardere bron van energie, omdat men niet afhankelijk is van derden (elektriciteitsproducenten). Daarom wordt er altijd een gebruik gemaakt van een combinatie van pompen op elektriciteit en stoom. Wanneer de omgeving van een raffinaderij nog andere vormen dan deze twee biedt, zoals een aardgasveld, is het mogelijk voordeliger daarvan gebruik te maken. Er kunnen dan andere soorten pompen worden ingezet. De keuze is dus afhankelijk van wat er geboden wordt op locatie. Het is belangrijk een weloverwogen keuze te maken, omdat het vaak onmogelijk is hierop terug te komen.
Voor 1955 werd er veelal gebruik gemaakt van oppervlaktewater voor koeling. Dit water is goedkoop, maar zorgt door zijn samenstelling voor veel kosten voor apparatuur die corrosiebestendig moet zijn. Daarom wordt er nu lucht gebruikt voor koeling. Na de vaak hoge opzetkosten zijn er lage kosten tijdens het gebruik van lucht.